De reden voor de kleurencombinatie van de Nederlandse vlagstaat nergens officieel vermeld. Men neemt echter aan dat de kleuren staan voor de natuurlijke opbouw van de bevolking ten tijde van het ontwerp. Rood symboliseert het volk, wit staat voor de kerk en blauw representeert de adel.
De Nederlandse vlag is niet zomaar rood-wit-blauw. Daarmee wordt de interpretatie van de kleuren veel te breed. In de officiële documentatie staat daarom geschreven dat de vlag een combinatie moet zijn van de volgende drie kleuren:
De kleuren rood, wit en blauw zijn niet zomaar gekozen. Ze komen namelijk in meerdere nationale vlaggen voor. Niet alleen Nederland, maar ook Frankrijk, Kroatië en de Verenigde Staten maken gebruik van deze tricolore. Dat is niet zonder reden. De drie kleuren spiegelen - zoals hierboven weergegeven - de bevolking ten tijde van het ontwerp af. De rode kleur staat vaak symbool voor het socialisme. Hiermee wordt dus de “gewone” bevolking aangeduid. De helder witte kleur staat symbool voor maagdelijkheid. Daarmee wordt de kerk aangeduid. Tenslotte verwijst de kobaltblauwe kleur naar het “blauwe bloed” van de adellijke klasse.
Lange tijd vormde de kleur oranje - ter ere van het Koningshuis - de bovenste baan van onze Nederlandse vlag. De tricolore stond daarom ook beter bekend als oranje-blanje-bleu. Ook wel de Prinsenvlag genoemd. Tijdens de Franse overheersing nam Nederland echter de vlag van Frankrijk over. De zogenaamde Drapeau Tricolore bestond uit drie verticale banen: rood, wit en blauw. In 1813 nam ons land de huidige vlag in gebruik. In de jaren ‘30 heeft de NSB nog geprobeerd om de kleur vermiljoen te vervangen door het ‘nationalistische oranje’. Deze wijziging is echter nooit doorgevoerd.